Competentieradar

Oefeningen om je competenties in beeld te brengen

Scorelijst competenties

Om een beeld te krijgen van wat je zoal kan, kun je een cijfer geven voor je vaardigheden en die weergeven in de competentieradar. Zo krijg je een gevarieerder beeld van je eigen vermogens dan als je alleen op je intelligentie afgaat.

Geef jezelf met behulp van onderstaande vragen een cijfer voor je competenties. Hoe je scoort, blijft subjectief. Het hangt af met wie je of wat je je vermogens vergelijkt. Het kan helpen om anderen die je goed kennen te vragen hoe zij je competenties beoordelen. Dat geeft een veelzijdiger beeld. Je kunt jezelf bijvoorbeeld niet sociaal vinden omdat je een introvert karakter hebt. Maar een ander vindt je misschien juist wel sociaal omdat je zorgzaam bent en je goed kan inleven in een ander.

Maak een schatting van je competentie van 1 (zeer laag) tot 7 (zeer hoog). Je baseert je inschatting op vragen zoals: hoe zet ik mijn competentie in? Presteer ik boven of onder mijn niveau? Ligt dat aan mij of aan de verwachtingen van de omgeving?

Sociaal

Geef een cijfer van 1 tot 7 om aan te geven in welke mate je sociaal vaardig bent.

De volgende vragen kunnen helpen om je score te bepalen

  • Hoe competent was je als kind in de omgang met andere kinderen?
  • Hoe competent ben je nu in contacten met familie, vrienden en collega’s?
  • Hoe goed kun je je inleven in wat een ander voelt of denkt?

♦ Voor sociale vaardigheid geef ik het cijfer ...

Talig

Geef een cijfer van 1 tot 7 om aan te geven in welke mate je taalvaardig bent.

De volgende vragen kunnen helpen om je score te bepalen

  • Hoe was je spreekvaardigheid, hoe goed kon je als kind je uitdrukken?
  • Vond je het leuk om te schrijven en te presenteren?
  • Hoe is dat nu?
  • Beheers je vreemde talen?
  • Kun je je nu goed op het werk uitdrukken en durf je te presenteren?

♦ Voor taalvaardigheid geef ik het cijfer …

Muzikaal

Geef een cijfer van 1 tot 7 voor je muzikaliteit.

De volgende vragen kunnen helpen om je score te bepalen

  • Hield je van muziek, dansen of zingen?
  • Vond je muziek leren spelen leuk?
  • Bespeel je nu een instrument?
  • Heb je gevoel voor ritme?
  • Kun je makkelijk een melodie onthouden?

♦ Voor muzikaliteit geef ik het cijfer …

Figuraal-ruimtelijk

Geef een cijfer van 1 tot 7 voor je ruimtelijk inzicht

De volgende vragen kunnen helpen om je score te bepalen

  • Tekende of knutselde je graag als kind?
  • Hoe goed is je huidige oriëntatie vermogen?
  • Kun je de weg vinden zonder GPS?
  • Heb je nu plezier in het maken van schetsen, bijvoorbeeld voor een nieuwe inrichting? Of het opmaken van eten op een bord? Of het aanleggen van een (dak)tuin?

♦ Voor ruimtelijk inzicht geef ik het cijfer …

Logisch-wiskundig

Geef een cijfer van 1 tot 7 voor je vermogen voor logisch denken.

De volgende vragen kunnen helpen om je score te bepalen

  • Hoe is je begrip van getallen, kon je als kind meekomen met rekenen of was het allemaal abracadabra voor je?
  • Begrijp je logische samenhangen en heb je enig wiskundig inzicht?
  • Kun je bijvoorbeeld de omtrek van je nieuwe woonkamer berekenen?
  • Hoe gemakkelijk gaat het je af om euro’s in Zwitserse franken of Engelse ponden om te rekenen?

♦ Voor logisch denken geef ik het cijfer …

Temporeel-planmatig

Geef een cijfer van 1 tot 7 voor je planmatig werken.

De volgende vragen kunnen helpen om je score te bepalen

  • Kon je als kind al makkelijk je huiswerk plannen en je rugzak voor school inpakken?
  • Kon je als middelbare scholier een planning maken voor toetsen of proefwerken?
  • Ben je nu goed ik het maken van een haalbare planning?

♦ Voor planmatig werken geef ik het cijfer …

Motorisch-kinesthetisch

Geef een cijfer van 1 tot 7 voor je motorische competenties.

De volgende vragen kunnen helpen om je score te bepalen

  • Hoe leuk vond je het vroeger om buiten te spelen, touwtje te springen, in een boom te klimmen of te voetballen?
  • Hoe goed zijn je fijne en grove motoriek ontwikkeld, en ben je bijvoorbeeld goed in handwerken of tennissen?
  • Houd je van dingen als klussen, koken, of dansen?

♦ Voor mijn motorische competentie geef ik het cijfer …

Fysiek

Geef een cijfer van 1 tot 7 voor je fysieke competenties. Denk aan dingen als je eigen voorkomen, en je zintuigelijke waarneming

De volgende vragen kunnen helpen om je score te bepalen

  • Kreeg je als kind vaak te horen dat je er leuk uitzag? Hoe is dat nu?
  • Ben je tevreden met je uiterlijk?
  • Kun je goed smaken en geuren onderscheiden?

♦ Voor mijn fysieke competenties geef ik het cijfer …

Zet de scores in de bijgaande figuur en trek een lijn tussen de scores zodat je in een oogopslag ziet hoe je op de verschillende competenties scoort.

Vergelijk de scores op de basisbehoeften met de scores op de competenties. Betrek erbij de voorstelling over jezelf, je werk en je leven. Zijn basisbehoeften, competenties en voorstelling (belangrijke waarden in je leven) op elkaar afgestemd? Dan zit je goed in je vel. Er is sprake van een ‘misfit’ als je laag scoort op competenties die je nodig hebt voor sterke behoeften. Je wilt bijvoorbeeld topsport doen, maar je motorisch-kinesthetische competentie is matig. Maar als je bijvoorbeeld wel taalvaardig bent, dan is sportverslaggeving misschien iets voor je. De voorstelling van medailles behalen op een EK moet je dan loslaten om te kunnen genieten van een leuke amateurwedstrijd.

De 8 competenties zijn gebaseerd op: Remo Largo Individu, De Bezige Bij, 2017