Neem een kwartier tot een half uur de tijd. Ga zitten op een rustige plek waar je niet gestoord kunt worden. Dan leg je je handen op je hart en je ademt rustig naar je handen toe. Je adem blaas je uit in de richting van de grond.
Je concentreert je op de toekomstige situatie, bijvoorbeeld een presentatie geven. Neem waar wat er bij je opkomt. Bijvoorbeeld angst. Je zegt drie keer tegen jezelf: diep van binnen houd ik van mezelf en accepteer ik mezelf. Ook al ben ik bang om de presentatie te geven. De ene keer dat je dit zegt ligt je linkerhand boven, de andere keer je rechterhand.
Na drie keer haal je een keer rustig adem. Dan concentreer je je opnieuw op de situatie dat je binnenkort een presentatie gaat geven. Wat komt er nu bij je op? Als het een plezierig gevoel is, dan voel je hoe plezierig de situatie is. Bij een neutraal gevoel, neem je het gevoel waar.
Als er nog een negatief gevoel opkomt, dan herhaal je de positieve uitspraak dat je van jezelf houdt en jezelf waardeert, ook al heb je een naar gevoel. Je herhaalt deze stappen net zolang totdat je met een rustig en kalm gevoel naar de situatie van het presenteren kunt kijken.
Voordat je de oefening afrondt, leg je nog even je andere hand boven. Komt er nu iets anders bij je op? Nog iets van spanning? Concentreer je dan weer op de positieve uitspraken, dat je van jezelf houdt, ook al komt er nog spanning naar boven. Komt er niets meer aan negatief gevoel naar boven, dan kun je de oefening afronden.
Rond af door jezelf voor te nemen dat je het prettige en rustige gevoel dat je nu hebt ook tijdens het presenteren zult voelen. Bekrachtig deze gedachte met een ‘ankertje’: je drukt je duim en wijsvinger tegen elkaar en zegt tegen jezelf: iedere keer dat ik duim en wijsvinger tegen elkaar druk, keert dit positieve gevoel weer terug.
Uit: Carien Karsten, Tot hier en niet verder, in 9 stappen uit je stress en burn-out, Kosmos, 2014