
Je vindt je jongere collega briljant, hebt het gevoel dat ze dingen sneller snapt dan jij en denkt dat ze tien keer zo snel werkt. Voor je gevoel is iedereen van haar onder de indruk. Het maakt je onzeker en je krijgt zelfs last van faalangst. Wat kun je dan doen? Psychotherapeut Carien Karsten geeft advies.
De Zuid-Koreaanse Netflix-serie Extraordinary advocate Woo gaat over een jonge advocaat met een fotografisch geheugen. Ze heeft asperger en dat maakt haar nogal onaangepast in het sociaal verkeer. Daar staat tegenover dat ze (wet)teksten snel opslaat en letterlijk kan reproduceren. Met briljante inzichten en creatieve ingrepen weet ze menig lastig proces te winnen. Dat wekt jaloezie bij andere advocaten van het kantoor. Eén van hen, advocaat Kwon, plaatst op het interne prikbord anoniem een bericht dat ze via relaties deze baan heeft gekregen.
Positieve kant van jaloezie
Zo ontwrichtend kan jaloezie werken. Het verpest niet alleen de verhoudingen op het werk, maar ontregelt ook degene die de jaloezie voelt. De extra stresshormonen tasten het brein aan. Door jaloezie kun je niet meer goed nadenken en je niet concentreren op je werk. Een burn-out ligt op de loer.
Maar jaloezie heeft ook een positieve kant. Als het niet te extreem is, kan het je ertoe aanzetten gemotiveerder te zijn, betere beslissingen te nemen, minder zelfgenoegzaam te zijn en je in te zetten voor wat je echt wilt. Je voelt je dan niet bedreigd, maar gemotiveerd. Tenminste, als de doelen die je voor jezelf stelt haalbaar zijn. Anders leidt jaloezie tot controleverlies en zelfhaat.
Simpele oefening
Als je weleens jaloers bent op een collega die beter en sneller werkt dan jij, dan kun je de volgende verbeeldingsoefening doen om het tij te keren:
Neem een minuut de tijd. Focus op een rustige ademhaling. Stel je voor dat je ergens aan het water staat; er varen boten of je ziet een tak of bladeren voorbijdrijven. Plaats je jaloezie op zo’n boot, tak of blad, en zie hoe ze met de stroom meedrijft. Je volgt het steeds kleiner wordende stipje totdat het uit je zicht verdwijnt.
Zo’n simpele oefening werkt, omdat je je dan niet identificeert met je gevoel: je bent niet je gevoel, je hébt het. Je zegt niet alleen tegen jezelf: ‘laat het los’, in je verbeelding doe je het ook echt. Je hersens maken geen onderscheid tussen wat er echt gebeurt en wat je bedenkt. Het daadwerkelijk loslaten geeft ruimte om te bedenken wat voor jou echt telt in je werk. Natuurlijk wil je erkenning, maar er is meer. Misschien ben je ook graag creatief, behulpzaam, kritisch, of heb je een andere eigenschap die je van jezelf waardeert en graag inzet. Ga daarvoor!